It takes a village to raise a child
Op het moment dat ik de eerste informatiebijeenkomst van DOE bezocht had ik het gevoel dat we deel konden gaan nemen aan een heel mooi initiatief. In de huiskamer van Jacqueline werden destijds de eerste stappen gezet van van een spannende reis. En nu, bijna vier jaar later, ben ik ontzettend dankbaar dat we toen op onze intuïtie hebben vertrouwd. Dat we aan een reis durfden te beginnen terwijl we nog niet over de woorden beschikten om te beargumenteren waarom we hier aan begonnen. Die woorden moesten we immers nog verzamelen door ervaringen op te doen tijdens onze reis.
Wel had ik vertrouwen in onze kinderen, in hun eigenheid en nieuwsgierigheid. Het raakte me dat hier zo weinig ruimte voor was op hun oude school. En dat ze alleen mee konden draaien in het reguliere systeem door een groot deel in te leveren van datgene wat hen uniek maakt.
Tijdens de eerste kinderjaren zag je dat alle ontwikkelingsstappen zich als vanzelf aandienden. Een continu proces van groei en beweging waarbij je als ouders steeds verrast werd door je eigen kind. Net wanneer je dacht dat je de ‘gebruiksaanwijzin’ te pakken had, kwam er een onverwachte wending en werd je als ouder uitgedaagd om je opnieuw te verhouden tot je kind. Waarom zou dit proces stoppen wanneer kinderen oud genoeg zijn om naar school te gaan? De overtuiging dat het beter is om een kind te ondersteunen tijdens deze processen in plaats van te beperken was groter dan de angst dat deze nieuwe school misschien geen bestaansrecht zou hebben.
Natuurlijk waren er ook twijfels. En vooral een heleboel vragen waar nog geen antwoorden op bestonden. Maar we sprongen, met het goede gevoel onder de arm, in het diepe. Ervan overtuigd dat we de antwoorden onderweg gingen tegenkomen. In plaats van antwoorden kwam ik er vaak achter dat ik nieuwe vragen nodig had en de grootste verrassingen kwamen uit hoeken waar ik helemaal geen vragen aan had gesteld.
Wat me bijvoorbeeld heeft verbaasd is de meerwaarde van de mix van alle leeftijden. Vooraf vroeg ik me af of er wel ‘genoeg leeftijdsgenootjes’ zouden zijn. In de praktijk bleek dat alle kinderen op DOE door elkaar bewegen als een grote familie. Je zoekt diegene op waarmee je wat te uit te wisselen hebt. Een gezamenlijke interesse is van groter belang dan dezelfde leeftijd delen.
Ik vond bijvoorbeeld onze oudste dochter Vlinder in het eerste jaar van DOE vaak terug in de zandbak als ik haar op kwam halen. Ze vertelde dat ze in de ochtend had leren schaken en was deze nieuwe vaardigheden in de middag aan het verwerken terwijl ze met water en zand buiten speelde. Dat schakelen tussen nieuwe werelden verkennen en daarna een stapje terug kunnen doen om deze nieuwe kennis te verwerken vind ik een enorme meerwaarde van het democratische onderwijssysteem.
Onze tweede dochter Lotus kwam op DOE toen ze in het reguliere onderwijs naar groep 3 zou gaan. Lotus draaide in die tijd vaak letters om en wilde de eerste maanden liever spelen dan leren lezen of schrijven. En op een dag was ze er opeens aan toe. Ze heeft in drie weken tijd iedereen die ouder was dan zijzelf het hemd van het lijf gevraagd over letters en woorden en ‘hoe je iets schreef’. Ze leerde zichzelf lezen en schrijven en was daar in het begin onzeker over, omdat ze dacht dat dit niet hetzelfde lezen en schrijven was wat je op een ‘normale’ school leerde. Opeens las ze overal, van etiketten op de pindakaas tot verkeersborden als we in de auto zaten. Ze was er op dat moment aan toe en wilde er alles van weten. Wat zou er gebeurd zijn als ze gedwongen was geweest om eerder te leren lezen en schrijven? Was dit goed gegaan of waren er problemen ontstaan? We zullen het nooit weten, maar ik durf wel te zeggen dat de intrinsieke motivatie om het te willen leren als een katalysator heeft gewerkt bij het opnemen van deze nieuwe vaardigheden.
Een term die vaak terugkomt als we ervaringen uitwisselen als ouders met kinderen op een democratische school is ‘ontscholen’. Onze kinderen krijgen de ruimte om te ontdekken wie ze zelf zijn. Ze worden uitgenodigd om na te denken over hoe ze zich verhouden tot zichzelf, tot anderen, de wereld en ja, dus ook tot hun ouders. Dat betekent dat je als ouder geacht wordt ook een doordachte mening te hebben. En dat is niet altijd gemakkelijk.
Wanneer ik met een buitenstaander praat over ons onderwijssysteem wordt vaak verondersteld dat kinderen hun uitdagingen, de dingen waar ze van nature moeite mee hebben uit de weg zullen gaan. En ik moet bekennen dat dat ook mijn opvatting was voordat we hier op school begonnen. ‘Angst’ en ‘vertrouwen’ zijn tijdens het ontscholingsproces de hele tijd in gesprek en soms is de een wat langer aan het woord dan de ander. Op de momenten dat we met ouders samen komen en in gesprek zijn over dit proces wordt het vocabulaire van mijn vertrouwen vergroot. De herkenning dat we als ouder allemaal met dezelfde vraagstukken bezig zijn geeft een gevoel van verbondenheid.
Op een avond dat we met alle kleuterouders samen kwamen voelde ik die verbondenheid in het bijzonder. Die avond bleek, door het uitwisselen van ervaringen, dat het tegendeel van de hier boven genoemde veronderstelling waar was. De kleuters bleken juist die activiteiten op te zoeken waar ze wat te leren hadden.
Zelf heb ik dat met onze eigen kleuter Lente ook ondervonden. Lente was een peuter die de hele dag door viel. Ze zat altijd onder de blauwe plekken en builen en had een slecht gevoel voor evenwicht. Toen Lente op DOE begon, heeft ze maandenlang hindernisbanen gebouwd. Waar ik in het begin nog bezorgd was of ze zich geen pijn zou doen, zag ik al snel dat ze heel goed wist waar ze mee bezig was. De hindernisbanen begonnen simpel met een paar krukjes en een kussen, maar werden steeds ingewikkelder en hoger. Laatst kwam ik haar ophalen en hing ze ondersteboven in het speelhuisje. Dit proces heeft ze helemaal zelf in gang gezet, ze wist precies wat ze wel en niet kon. Natuurlijk viel ze hierbij af en toe, maar de drang om te groeien, met vallen en opstaan kwam uit haarzelf en was niet te stoppen.
De Engelse uitdrukking ‘It takes a village to raise a child’ komt vaker naar boven wanneer ik op DOE rondloop. Wat een rijkdom dat onze kinderen zoveel inspirerende mensen om zich heen hebben om van te leren. En dat ze niet alleen van anderen leren, maar dat er ook van hen geleerd wordt. Het ontroert me wanneer ik zie dat onze kinderen zo zelfbewust zijn. Dat ze zichzelf op jonge leeftijd al heel goed kennen en kunnen aangeven wat ze nodig hebben. Dat we met zijn allen een omgeving ontwikkelen die continu in beweging is. Waarin je fouten mag maken van die fouten mag leren.
Het vertrouwen wat ik voelde toen we de sprong in het diepe waagden is alleen maar gegroeid. We zijn nog steeds onderweg op deze boeiende reis en daar ben ik intens dankbaar voor.